Eerlijk gezegd, ik had geen idee. Ik dacht dat het woord ‘olympiër’ altijd met een hoofdletter werd geschreven. Het was de persklaarmaker - de laatste spelling-, interpunctie-, feitelijke—onjuistheden-checker voor een boek naar de pers gaat- die me erop wees. Je schrijft het niet altijd met een hoofdletter. Soms, zo leerde ik, schrijf je het met een hoofdletter – als je het hebt over de goden op de Olympus – en soms – zoals in mijn geval - met een kleine letter. De hoofdletter, die is aan goden toebedeeld. De kleine is voor simpele stervelingen die als sporter meegedaan hebben aan de Olympische Spelen. De sporter is geen god. Zeggen ze.
Je bent geen god. Doe maar gewoon…
Toch heb ik een verhaal geschreven over mijn Spelen – die van 1984 want die waren magisch. Ik heb verhalen verteld aan kleine en grote mensen en hun ogen groter en groter zien worden. En na afloop gingen we naar buiten. En rennen dat we deden! Ik heb een verhaal geschreven omdat ik het, o lieve simpele romanticus, zegt men dan vaak, als een nobele taak zie om de magie die mij geschonken is te delen met anderen.
Opening Olympische Spelen Los Angeles (1984)
De Olympische Spelen zijn het eindpunt van een ontdekkingsreis, een zoektocht naar de uiteinden van de mens zijn fysiek en mentaal kunnen. Een reis waarvan je weet dat slechts heel weinigen deze überhaupt kunnen ondernemen, laat staan succesvol beëindigen. Sec bekeken zijn de Spelen Nirvana, Walhalla, Atlantis en al waar de mens ook van mag dromen ineen. Teleurstelling over net gemiste finales en net gemiste medailles zijn als een regenachtige dag op een tropisch eiland: huil, jammer, scheld en tier, maar niet te hard of te lang. Je bent wel in een paradijs. En wie wil er niet vertellen over een paradijs? Iedereen toch?
Waarom gebeurt het dan niet? Je werkt er jarenlang naar toe, beleeft spanning en euforie, acteert op het wereldtoneel onder de ogen van miljoenen, hebt een verhaal te vertellen wat weinigen kunnen, komt weer thuis, laat wat souvenirs zien en dan was het dan. Dan eindigen je Spelen.
Nee, dan beginnen ze pas.
Mijn jaren in Amerika hebben me meerdere dingen geleerd, maar een ding steekt er ver bovenuit. In de lobby van het enorme Jervey Athletic Center in Clemson, South Carolina, hing toen een grote poster van een moment uit een American Footballwedstrijd. Langs de zijlijn stond een klein jongetje, van achteren bezien, teddybeertje onder arm. Op de poster stond met grote letters ‘LITTLE EYES’ en daaronder een gedicht dat ik hier deels laat zien : There are little eyes upon you and they're watching night and day (…) There's a wide-eyed little fellow who believes you're always right; and his eyes are always opened, and he watches day and night. You are setting an example every day in all you do; For the little boy who's waiting to grow up to be just like you.
Toen ik daar voor het eerst binnenliep, leidde een oude fysiotherapeut me rond. Beginnend bij de lobby en de poster zei hij: ‘De poster hangt hier zodat je er elke dag naar kijkt. Kijk er dan ook elke dag naar! En vergeet nooit welke taak je hebt! Je bent een Clemson Tiger. Inspireer kinderen, inspireer je opa, inspireer je broer, je buurman waar je een hekel aan hebt, inspireer de straatstenen, inspireer jezelf. Want je bent in het paradijs. Vergeet dat nooit.’
Ik ben zijn woorden nooit vergeten. Toen ik een paar jaar later het Olympisch Stadion van LA binnenliep, realiseerde ik ook dat deze plek paradijs was. ‘Groter en mooier dan dit wordt niets meer.’ Waarom zou je dan voor je houden?
De Olympische Spelen beginnen pas echt als ze achter de rug zijn. Dan begint het moment dat je zelf op die poster staat, als icoon voor anderen. Dan beginnen de verhalen, fantastischer misschien wel dan werkelijkheid. En beginnen anderen te dromen, gaan de ogen wijd open.
‘Dus het stadion was zo groot als de Kuip en de Arena bovenop elkaar..?’ ‘Veel groter...'
‘En wat voelde je vlak voor de start…?’
‘En toen de bel voor de laatste ronde ging...?’
‘En deed je dat echt zo, in je eentje in de hitte, tegen die heuvel op, deed je dat echt zo met die steentjes…?
De Spelen beginnen dan pas echt.
Maar ik ben toch bang dat niet iedereen hier dit ook zo ziet. ‘Kans op eerste acht voor jou als individu, top tien als land’: dat zijn de parameters van Nederlands Olympisch succes. En dan? En als je als olympiër stopt? En dan? Niets? Als de olympiër stopt, begint zijn taak pas. Payback time.
Nederland is geen land van helden, zeggen we met zijn allen. Maar dat komt ook omdat wij onszelf niet als helden willen zien. Zo houden we die mythe van sterfelijkheid in stand. Jammer. Hoe mooi zou het zijn, de Nederlandse olympiërs samen met Nederlandse stervelingen, jong en oud, rond het kampvuur. Verhalen vertellen. Onmogelijke dromen bouwen. Posters op muren in slaapkamers en kantoren doen verschijnen.
Laten we teruggaan naar de gedachte waar de Spelen ooit voor bedoeld waren: een sprankelend en inspirerend middel om de mens laten dromen. De olympiërs als voortrekkers van een land dat idealen durft uit te spreken?
Ik vertel een verhaal omdat ik het als een taak zie om de magie die mij geschonken is te delen met anderen. Wie heeft er ook eentje?
https://www.singeluitgeverijen.nl/de-arbeiderspers/boek/olympiers
MENU
AGENDA
CONTACT
AGENDA
CONTACT
PRIVACY BELEID