Het is donderdag 8 oktober, we werken allemaal vanaf huis en ik bel met Gijze Stroboer. Direct herken ik zijn zo kenmerkende stem en binnen een paar minuten heb ik ook de schaterlach al weer gehoord.
Hoe gaat het met je is mijn logische eerste vraag: “Heel goed eigenlijk. Ik heb in mei de zaak verkocht, wel binnen de familie en dus gaat het er aan tafel nog wel over. Maar ik ben gewoon vrij man en zo voelt dat ook. Geen deadlines meer, een beetje Spaanse mentaliteit.
Inmiddels heb ik ook andere dingen ontdekt, zoals het lange afstanden wandelen. Dat doen we dan samen als mijn vrouw tijd heeft, want die werkt nog volop in het Ziekenhuis en doet dat ook met veel plezier, hoewel die daar ook wel een hele pittige tijd heeft meegemaakt. We zijn ook veel in Maastricht waar we ook een eigen plek hebben”.
Gijze was voor het eerst bestuurslid binnen de NVOD vanaf 1992 en bleef dat toen tot 2002. Gijze: “Ik werd in 1991 gevraagd door Harald de Vlaming om mee te helpen met de lustrumcommissie. Dat liep niet goed en daar moest verandering in komen. Kort nadat ik in die commissie zat, kwam ik ook in het bestuur met Tjeerd toen als voorzitter.
Ik weet nog dat we toen ook snel werden betrokken bij de EYOF (Europees Jeugd Olympisch Festival) in Valkenswaard. Die hadden geldtekort en wij kwamen toen op het idee om Olympiërs schilderijen te laten maken en die dan te veilen. Tijdens de Nationale Sport Ontmoeting (NSO) op Papendal regelden we 40 schildersezels. Anton Geesink schilderde zijn naam in de kleuren van de Olympische ringen, Fanny schilderde haar fiets die zij kreeg na het behalen van de Olympische medailles en zo waren er heel veel aan het schilderen. Bij een veiling in het Scheepvaartmuseum brachten die schilderijen toen samen 38.000 gulden op en dat konden we overhandigen aan de organisatie van de EYOF. Die EYOF werd toen gehouden in Valkenswaard en Pieter van de Hoogenband won daar toen nog goud op de 100 meter vrije slag”.
En hoe ging het toen verder met dat lustrum? Gijze: “In het kader van dat 10-jarig lustrum stelde ik voor een boekje te maken met Olympische verhalen. We hadden nauwelijks geld, dus het moest heel goedkoop. Ik kende Peter Omvlee, toen docent aan de Hogeschool voor journalistiek. Wat we toen deden was om studenten van die opleiding in te zetten om verhalen te maken met Olympiërs. Vaak legde ik dan eerst contact met zo’n Olympiër en dan maakte een student het verhaal. Het zoeken van een geschikte foto bij een verhaal, was dan nog wel een heel gedoe. Dat moest dan vaak vanuit het plakboek dat zo’n Olympiër dan had. Zou eigenlijk wel mooi zijn als we die verhalen nog eens konden digitaliseren, want het blijven bijzondere verhalen. Tien jaar later maakte we weer een boek, dat was na die memorabele Olympische Spelen in Sydney”.
In die eerste periode maakte Gijze drie voorzitters mee. Dat was eerst Tjeerd van Wimersma Greidanus, daarna Wim Cornelis en toen kwam Jan Loorbach als voorzitter. Gijze: “Vooral in het begin ging het er een stuk formeler aan toe dan tegenwoordig. De NVOD was echt een instituut, nu is dat heel anders. Wel vond ik toen al altijd dat we een voorzitter moesten hebben die zelf ook Olympiër was. Dat was voor mij feitelijk een missie en toen Ada aantrad als voorzitter in 2004, was die missie geslaagd en vond ik dat dat voor mij een goed moment was om uit het bestuur te gaan”.
Maar Gijze bleef ook daarna “dichtbij het bestuur”. In 2005 kam ik zelf in het bestuur en “ging toen iets doen met een website voor de NVOD”. Volgens mij kent Gijze wel iemand dacht één van de andere bestuursleden. Een paar weken later zaten Gijze en ik toen met een website bouwer om tafel en kwamen de eerste ideeën over een website met ook een ledendeel.
Op de evenementen van de NVOD was Gijze altijd een trouwe bezoeker en zo bleef hij dus ook nauw in contact met het bestuur en kwam het tot een nieuwe periode als bestuurslid. Gijze: “Dat was in 2012. Ada was nog voorzitter, andere bestuursleden waren jij, Robert van der Vooren, Coen Kranenberg en Esther Workel. We gingen toen bestuurlijk gezien wel een turbulente periode in. Ada ging stoppen als bestuurslid. Esther leek haar eerst op te volgen. Daarna was jij in de picture, maar dat stuitte op bezwaren bij een aantal prominente leden die vonden dat dat niet kon, omdat jij bij NOC*NSF werkte. Een commissie van ereleden en leden van verdienste hebben toen Femke Dekker aangedragen als voorzitter. Femke bleef toen twee jaar voorzitter en gaf toen aan te willen stoppen”.
Femke Dekker, Coen Kranenberg en Gijze Stroboer
In het bestuur waren Gijze, Coen Kranenberg, Robbert Bakker en ikzelf toen nog over. Marti: “Ik weet nog van een vergadering in jouw kantoor, waar we aan een ovale tafel zaten en we het hadden over de opvolging van Femke. En toen nam jij ineens het woord en zie dat jij zelf die voorzittersrol wel wilde vervullen”.
Gijze: “Dat kwam in een opwelling, ik had er van toveren niet over nagedacht. Ik kwam later die avond thuis en kwam toen dus met de mededeling thuis dat ik voorzitter van de NVOD ging worden”.
En hoe kijk je terug op die periode? Gijze: “Ik had sowieso al besloten dat ik het maximaal drie jaar ging doen. Mooi vond ik die meeting die we hadden met bedrijfsgoeroe Jos Burgers en nog mooier de meet-and-greet die we hadden met een groot deel van de Olympische Ploeg van 2016 in RIO.
Meet & Greet op Papendal
Die kwamen toen naar Papendal en konden kennis maken met mensen uit het bedrijfsleven om zich te kunnen oriënteren op hun maatschappelijke loopbaan. Op een vervolgmeeting leerde ik toen ook Edwin Benne kennen en die heb ik toen gepolst om mij op te volgen als voorzitter van de NVOD. Ook hadden we toen Darja weer aan boord voor de secretariële werkzaamheden”.
En hoe kijkt Gijze nu tegen de NVOD aan? Gijze: “Samen sportevenementen bezoeken blijft heel erg belangrijk, zeker als je ook nog een kijkje achter de schermen krijgt. Bij de FBK Games legde Ellen van Langen ons eens uit wat we daar te zien kregen, Freek van der Wart deed dat eens bij een Shorttrack event. Ook bezochten we meerdere malen de Military in Boekelo waar we eens uitleg kregen van de wereldberoemde parkoers bouwster Sue Benson. En natuurlijk waren de lustrum edities ook vaak gekoppeld aan een sportief evenement. Met 150 leden naar de EK Atletiek in Amsterdam, vijf jaar eerder eerst een rondvaart in de Rotterdamse haven en dan naar het EK Dressuur, allemaal hoogtepunten”.
Ik wil dan afronden en zeg dat ik ook nog wel van alles over de World Olympians Association (WOA) had willen vragen, maar dat wel bewaar tot ik Jaap Reesink ga interviewen voor hopelijk de kersteditie van Doorlopend Vuur. Gijze: “Dat lijkt mij een goed idee, want daar hebben Jaap en ik heel veel meegemaakt. Overigens heb ik nog wel één nabrander. Ik hoop dat de NVOD er wel in gaat slagen om ook meer jonge Olympiërs aan zich te binden”. Dat laatste lijkt mij een mooie opdracht aan bestuur en commissies.
MENU
AGENDA
CONTACT
AGENDA
CONTACT
PRIVACY BELEID