Rembrandt ontmoet oude meesters

Geplaatst op 08-03-2018  -  Categorie: Actueel  -  Auteur: Luuk Blijboom  -  Bron: Telegraaf.nl

De compagnie van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh maakt zich gereed om uit te marcheren. Als enkele tientallen levende legendes uit het internationale schaatsen bij het vallen van de avond plaats nemen voor het schilderij dat beter bekend is als De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn, wordt het wereldberoemde doek voor één avond omgedoopt. De compagnie van kapitein Adrianus Schenk en luitenant Cornelis Arie Verkerk maakt zich gereed om de geschiedenis van het schaatsen opnieuw in te kleuren.

Het is een bont gezelschap meesters der wereld dat zich deze avond, onder goedkeurende blikken van Ard & Keessie, in het Amsterdamse Rijksmuseum verzamelt voor een unieke reünie der grootheden van de gladde ijzers. 125 jaar na de eerste wereldtitel van Jaap Eden krijgt de historie van de sport een eigen invulling. Zoveel kampioenen, zoveel verhalen.

Knut Johannessen (’s werelds beste in Östersund 1957 en Helsinki 1964) is met zijn 84 jaar de oudste van het gezelschap. De Noor, beter bekend als Knupper’n, ziet er nog vief uit en heeft in Henk van der Grift (Göteborg 1962) een meer dan verdienstelijk tolk gevonden.

,,Geweldig’’, vindt hij het om te midden van zoveel grootheden aan te mogen treden. Het is een woord dat hij als een mantra herhaalt. De herinnering aan zijn wereldtitel? ,,Geweldig.’’ Dat hij mag staan op een steenworp afstand van de plek waar Jaap Eden in 1893 wereldkampioen werd, ook al zo’n grote eer.

Nee, zijn schaatsen heeft hij niet meegenomen. En daarin is Johannessen niet de enige. Het was eerder deze middag aan de niet zo krasse knarren om zich, ondanks de stromende regen, in het Olympisch Stadion te wagen op het ijs van De Coolste Baan. De 75-jarige Verkerk (Göteborg ’66, Oslo ’67) keek onder zijn paraplu veilig vanaf de zijkant toe. Schaatsen, nee, daar waagt hij zich niet meer aan. De drie jaar jongere Schenk (Oslo ’70, Göteborg ’71, Oslo ’72) hield het in letterlijke zin ook liever droog. ,,Mijn schaatsen liggen in de achterbak van mijn auto. En daar komen ze vandaag niet uit.’’ En dus keken de onlosmakelijk met elkaar verbonden oud-schaatsers toe hoe jonge honden als Gianni Romme, Jochem Uytdehaage en Rintje Ritsma onder de geopende hemelsluizen hun rondjes draaiden.

In hun kielzog bond naast de Noor Rolf Falk-Larsen (Oslo ’83) ook Eric Flaim (Alma Ata ’88) de ijzers onder. ,,Heel bijzonder’’, noemde de Amerikaan, die zijn wereldtitel in de toenmalige Sovjet-Unie aan een plotseling omslag van het weer dankte, het weerzien met de ijsvloer. In december stond hij voor het laatst een stief minuutje op de schaats in de Pettit National Ice Center van Milwaukee, waar hij toevallig was voor de begrafenis van een oud-trainer. Dit was echter andere koek. ,,Vier rondjes schaatsen, pfff, het viel me niet mee. Nooit geweten dat schaatsen zo zwaar kan zijn.’’

Samen met Chad Hedrick (Hamar 2004) vormde hij de afvaardiging van de Amerikaanse champs. Grote afwezige in het Rijksmuseum is kampioen der kampioenen Eric Heiden (Heerenveen ’77, Göteborg ’78, Oslo ’79). De grootste schaatser die de Verenigde Staten ooit voort bracht was tijdens zijn loopbaan door bijna niemand te verslaan, maar moest op het vliegveld van Minneapolis deemoedig het hoofd buigen voor een sneeuwstorm die plotseling opstak.

Voor Hedrick, nog altijd voorzien van een rij hagelwitte tanden, draait het avondje tafelen in het aanzicht van De Nachtwacht uit op een geschiedenisles. ,,Het is pretty cool om hier te midden van al die generaties schaatsers te staan. Ik leer door hun verhalen veel over de historie van het schaatsen.’’ Dat hij op een steenworp afstand van welhaast gewijde grond staat, is hem evenwel ontgaan. ,,Of ik hier buiten dat grote grasveld heb gezien? Jazeker. Wat zeg je? Is het allroundschaatsen daar 125 jaar ontstaan? Ongelofelijk. Wow!’’

Geen schaatsfeest compleet zonder Verkerk. Dus kijkt de voormalige kasteleinszoon uit Puttershoek vanaf de zijkant geamuseerd toe hoe een bonte stoet oudere en jongere vrienden en vriendinnen aan hem voorbij trekt. ,,Hoe langer we elkaar niet gezien hebben, hoe mooier de verhalen worden.’’

Kijk, zegt hij plots. ,,Daar heb je Stien Kaiser, mijn oude buurvrouw. We kwamen allebei uit Zuid-Holland, trainden bij dezelfde club en werden allebei in 1967 kampioen. En, hé, zie daar: Göran Claeson uit Zweden. Leuk om hem te zien. Alleen jammer dat-ie zo verlegen is.’’

Het weerzien met Schenk is als vanouds. ,,Wanneer ik die voor het laatste gezien heb? Dat moet een jaar of drie geleden zijn geweest, bij de begrafenis van Fred-Anton Maier.’’

Het ontbreken van zijn oude Noorse vriend en een aantal andere schaatsers die het tijdige voor het eeuwige hebben verruild, maakt hem eens te meer duidelijk dat het leven als een schaatswedstrijd is. Voor je het weet ligt de eindstreep achter je.

Verkerks levensmotto laat dan ook niets aan de verbeelding over. Geniet met volle teugen zolang de bel voor de laatste ronde nog niet heeft geklonken.

MENU

CONTACT

NVOD

Papendallaan 60

6816 VD Arnhem

ofni.[antispam].@nvod.nl

06-54308362

PRIVACY BELEID

Wil je ook lid worden?

CONTACT

NVOD

Papendallaan 60

6816 VD Arnhem

ofni.[antispam].@nvod.nl

06-54308362

PRIVACY BELEID